Arbeidsovereenkomstenwet: de geïndexeerde loonbedragen voor 2015

De bedragen die een invloed hebben op de geldigheid van verschillende bedingen in het arbeidscontract zijn naar jaarlijkse gewoonte geïndexeerd. Na de invoering van het eenheidsstatuut zijn de loonbedragen nog relevant voor het scholingsbeding, het concurrentiebeding en het scheidsrechterlijk beding.

Loongrenzen

De Arbeidsovereenkomstenwet (d.i. de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) is van toepassing op de werknemers tewerkgesteld in de privé-sector en op de niet-statutaire personeelsleden die in de openbare sector zijn tewerkgesteld. De loongrenzen in de Arbeidsovereenkomstenwet worden elk jaar aangepast.
Of de loongrenzen zijn bereikt voor de toelaatbaarheid van het scholingsbeding, het concurrentiebeding, het scheidsrechterlijk beding en de borgtocht, speelt het bruto jaarloon van de werknemer een rol. Het bruto jaarloon is het bruto maandloon vermenigvuldigd met 12 en vermeerderd met de eindejaarspremie, het variabel loon, het vakantiegeld en alle voordelen die in de arbeidsovereenkomst zijn vastgelegd.

Vanaf 1 januari 2015 bedragen de geïndexeerde loongrenzen:
• 33.203 euro in plaats van 32.886 euro (2014)
• 39.802 euro (onder voorbehoud) in plaats van 39.422 euro (2014)
• 66.406 euro in plaats van 65.771 euro (2014)

Scholingsbeding

Het scholingsbeding is elk beding waarbij de werknemer zich ertoe verbindt om een gedeelte van de vormingskosten van een opleiding die hij volgt tijdens de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst en die door u worden betaald, terug te betalen als hij de onderneming verlaat voor het einde van de overeengekomen periode.
Een scholingsbeding is maar wettelijk in orde voor werknemers met een jaarloon van meer dan 33.203 euro en mits voldaan is aan andere voorwaarden.

Niet-concurrentiebeding

Het concurrentiebeding is het beding waarbij de werknemer de verbintenis aangaat bij zijn vertrek geen soortgelijke activiteiten uit te oefenen door zelf een onderneming op te richten of door in dienst te treden bij een concurrent. Uw ex-werknemer mag u geen nadeel berokkenen door de kennis die eigen is aan uw onderneming voor zichzelf of ten voordele van de concurrentie te gebruiken. Voor de geldige toepassing van het niet-concurrentiebeding, moeten we een onderscheid maken tussen verschillende categorieën van werknemers.
Een concurrentiebeding is alleen geldig als het jaarloon bij ontslag meer dan 33.203 euro bedraagt.
Voor een werknemer met een jaarloon tussen 33.203 euro en 66.406 euro, kan het bovendien enkel voor functies die bij een sectorale cao of bij een ondernemingscao zijn vastgesteld.
Wanneer het jaarloon meer dan 66.406 euro bedraagt, kan een concurrentiebeding altijd worden opgesteld, tenzij die functies bij cao zijn uitgesloten.
Voor handelsvertegenwoordigers kan u een concurrentiebeding opstellen als zij een jaarloon hebben dat hoger is dan 33.203 euro.

Scheidsrechterlijk beding

In een scheidsrechterlijke beding wordt vooraf afgesproken om scheidsrechters te laten beslissen over geschillen. Dergelijk beding is alleen wettelijk voor bedienden met een jaarloon van meer dan 66.406 euro die belast zijn met het dagelijks beheer van de onderneming of die in een afdeling beheersverantwoordelijkheid hebben die kan worden vergeleken met een beheersverantwoordelijkheid voor de hele onderneming.

Borgtocht

In bepaalde gevallen kan u van uw werknemer een borgtocht vragen om er zeker van te zijn dat hij/zij zijn verplichtingen nakomt.
Het bedrag van de borgtocht mag niet meer belopen dan respectievelijk 1 of 3 maanden loon naargelang het jaarlijks loon respectievelijk lager of hoger is dan 39.802 euro.

Gevolgen eenheidsstatuut

U weet intussen dat de loonbedragen uit de Arbeidsovereenkomstenwet na de invoering van het eenheidsstatuut niet meer of minder relevant zijn voor het proefbeding, het sollicitatieverlof en de opzeggingstermijnen.

Het proefbeding voor bedienden is afgeschaft en alleen nog voor studenten en uitzendkrachten van toepassing.
Het sollicitatieverlof is het recht van de werknemer om tijdens de opzeggingstermijn afwezig te zijn van het werk met behoud van loon om een nieuwe job te zoeken. Die halve of hele dag verlof om werk te zoeken, hangt vanaf 1 januari 2014 niet meer af van het jaarloon en het statuut.
Met de invoering van het eenheidsstatuut zijn er sinds 1 januari 2014 ook uniforme opzeggingstermijnen voor arbeiders en bedienden van toepassing. Die termijnen zijn uitsluitend gebaseerd op het aantal dienstjaren. De hoogte van het loon is irrelevant. Voor de arbeidsovereenkomsten die al lopende waren bij de invoering van het eenheidsstatuut, is de opzeggingstermijn voor de periode tot en met 31 december 2013 vastgeklikt. Voor de berekening van het eerste deel van de opzeggingstermijn blijven de loonbedragen zoals geldig in 2013 wel belangrijk.