Wat is er nog overdraagbaar van de notionele interestaftrek?

De notionele interestaftrek (NIA) die u tijdens het jaar zelf niet kan gebruiken, kan u niet naar de volgende jaren overdragen. Tot aanslagjaar 2012 kon u die nog wel overhevelen. Nu speelt u dat ‘onbenutte’ deel van de notionele interestaftrek definitief kwijt. Dat is niet fijn om te horen. Maar is ook goed nieuws. Als u in het verleden een ‘stock’ van onbenutte NIA heeft opgebouwd, kan u die wel verder op gebruiken. De regels en beperkingen voor het gebruik van deze ‘stock’ leest u hier.

Verschillende aftrekken in de vennootschapsbelasting

In de vennootschapsbelasting zijn er heel wat 'aftrekken' voorzien. Dit zijn bedragen die van de belastbare winst mogen worden afgetrokken. Dat zijn onder andere de dbi-aftrek, de aftrek voor octrooi-inkomsten en de aftrek van vorige verliezen (verliezen uit vroegere jaren). Ook de notionele interestaftrek (officiële naam: de aftrek voor risicokapitaal) behoort tot deze aftrekken.
De volgorde hiervan is niet willekeurig, maar wordt door de wet voorgeschreven en moet strikt gevolgd worden. De aftrekken gebeuren in deze volgorde: (1) de aftrek van de niet-belastbare bestanddelen, zoals de vrijgestelde giften en de vrijstellingen voor bijkomend personeel, (2) de dbi-aftrek, (3) de aftrek voor octrooi-inkomsten, (4) de notionele interestaftrek, (5) de aftrek van vorige verliezen en (6) de investeringsaftrek.

Waarom 'overdraagbaarheid' nodig?

Omdat de volgorde van de aftrekken strikt moet worden gevolgd, kan het dat na de aftrek van de octrooi-inkomsten, de vennootschap geen winst meer over heeft.
Stel dat een vennootschap in feite recht heeft op 200.000 EUR notionele interestaftrek. De vennootschap heeft echter door het toepassen van de eerste aftrekken haar winst tot nul teruggebracht. Er is dus geen winst meer over waartegen de NIA kan worden afgezet. Wat nu met die 200.000 EUR aan NIA die niet benut kan worden? Daarvoor werd de overdraagbaarheid ingevoerd: de niet tijdens het belastbaar tijdperk gebruikte NIA kon naar de volgende zeven jaar worden doorgeschoven. De vennootschap zou de 200.000 EUR dan in een later jaar van haar winst kunnen aftrekken.

Notionele interestaftrek niet meer overdraagbaar

Vanaf aanslagjaar 2013 is de overdracht van in het belastbaar tijdperk niet-benutte NIA naar volgende jaren niet meer mogelijk. Die gaat dus onherroepelijk verloren.

Maar de in het verleden opgebouwde stock kan nog wel benut worden

Vele vennootschappen beschikken nog over een grote 'stock' en overschot aan NIA die ze in vroegere jaren niet hebben kunnen benutten. Dat deel gaat gelukkig niet verloren. De bestaande overschotten kunnen nog wel verder aangewend worden. De stock aan niet-benutte aftrekken voor risicokapitaal kunnen in mindering worden gebracht van de winst van de zeven belastbare tijdperken volgend op dat waarin de aftrek voor risicokapitaal in eerste instantie niet in mindering kon worden gebracht.
Deze aftrek van de 'stock' gebeurt in een latere fase dan de gewone aftrek voor risicokapitaal, nl. na alle andere aftrekken. Het is de laatste van de aftrekken en gebeurt na de investeringsaftrek.

Voorbeeld
Voor belastbaar tijdperk 2010 (aanslagjaar 2011) kon een deel van de NIA niet benut worden. Deze stock aan NIA van 2010 kan nog gebruikt worden tot belastbaar tijdperk 2017. De niet-benutte NIA van 2011 kan u tot 2018 gebruiken, enz.

Maar met een nieuwe beperking

Wanneer de winst die overblijft na toepassing van alle voorgaande aftrekken meer bedraagt dan één miljoen EUR, wordt het aftrekbaar bedrag dat deze grens overtreft, beperkt tot 60 %. De eerste belastbare schijf van 1.000.000 EUR kan dus helemaal worden weggewerkt door de overgedragen aftrek. Het gedeelte boven deze drempel zal steeds voor 40 % worden belast.

Voorbeeld
Uw vennootschap heeft na de voorafgaande aftrekken nog 2.300.000 EUR winst over. Uit het verleden beschikt ze nog over een stock van 1.975.000 EUR aan overgedragen NIA. De eerste één miljoen aan NIA kan volledig benut worden. Van de volgende 1.300.000 EUR winst (het deel boven de één miljoen), kan er maar 60 % NIA afgetrokken worden, of 780.000 EUR. Van stock aan NIA kan uw vennootschap er dit jaar dus 1.780.000 EUR aanwenden. Ze houdt dan nog voor 195.000 EUR aan NIA over. De vennootschap zal dat jaar nog op 520.000 EUR belast worden (of 40 % van 1.300.000 EUR). Er blijft nog altijd 195.000 stock aan NIA over, maar die kan u later benutten.

Gevolgen van de beperking worden beperkt: een nieuwe overdraagbaarheid

Ook de aftrek van de NIA-stock wordt dus beperkt. Dat kan er toe leiden dan de overgedragen 'stock' niet helemaal gebruikt kan worden (zie voorbeeld hierboven: vennootschap X heeft nog 195.000 EUR ongebruikte overgedragen NIA over). Om deze beperking te temperen, werd er een nieuwe overdraagbaarheid ingevoerd. Het gedeelte van de bestaande overschotten die tijdens een bepaald jaar niet kunnen worden afgetrokken omwille van de beperking tot 60 %, kunnen zonder tijdslimiet overgedragen worden naar volgende belastbare tijdperken en dan afgetrokken worden (in ons voorbeeld kan vennootschap X dus de 195.000 EUR aan NIA in een volgend jaar gebruiken, wanneer er voldoende winst is).

Er bestaan nu drie verschillende notionele interestaftrekken

Er bestaan dus momenteel drie notionele interestaftrekken....

1) de gewone notionele interestaftrek van het belastbare tijdperk, die niet overdraagbaar is;

2) de stock aan notionele interestaftrek, die beperkt in de tijd overdraagbaar is (naar de zeven jaren volgend op het jaar dat de NIA oorspronkelijk niet gebruikt kon worden);

3) het deel van de stock die omwille van de 60 %-grens niet kon worden gebruikt, deze NIA is onbeperkt in de tijd overdraagbaar.

In welke volgorde de stock aan NIA gebruiken?

Aangezien de overdracht van de overschotten van de aftrek voor risicokapitaal in de tijd beperkt wordt, is de volgorde waarin de aftrekken gebeuren belangrijk. Zo zal bv. de 'stock' uit 2008 al verloren gaan in 2015, en die van 2011 pas in 2018. Daarom is het ook toegestaan bij het gebruik van de stock te beginnen met de aftrek afkomstig uit de oudste aanslagjaren, dus eerst die uit 2008 en dan 2011.
Bovendien mag de onbeperkt in de tijd overdraagbare aftrek (omwille van de 60 %-beperking niet benutte aftrek) gebeuren na de aftrek van de in de tijd beperkt overdraagbare aftrekken.

Voorbeeld
Vennootschap Y heeft overgedragen NIA uit aanslagjaar 2009 (235.000 EUR) en 2011 (194.000 EUR). De overschot uit 2009 mag eerst opgebruikt worden. De vennootschap heeft ook nog een onbeperkte overdraagbare NIA van 153.000 EUR omwille van de 60 %-beperking. Die mag na de aftrek van NIA uit 2009 (235.000 EUR) en 2011 (194.000 EUR) gebeuren.